Historie

13 maart 1882

Jan en Klaas Molenaar

Op 13 maart 1882 liet Johannes Molenaar zich inschrijven als inwoner van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Jan was zoon van een rietdekker/stoelmatter en kwam uit Assendelft. Daar is hij op 20 januari 1856 geboren. Jan Molenaar huurde een huisje in het buurtschap Penningsveer en omdat hij al direct werk genoeg had, kwam zijn broer Klaas ook naar Haarlemmerliede. 

Samen gingen ze aan het werk en stonden bekend als de gebroeders Molenaar. Om het huishouden te doen kwam hun zus ook naar Penningsveer. Op aanraden van Piet Dijkzeul uit Spaarnwoude kochten de gebroeders Molenaar na verloop van tijd een stopboerderij op Penningsveer. De stolpboerderij werd vervolgens geschikt gemaakt voor dubbele woning. Dat was nodig, want de beide broers gingen trouwen. Klaas Molenaar trouwde met Anna Thorborg uit Assendelft en broer Jan Molenaar trouwde in 1882 met Catharina Glas, eveneens uit Assendelft.  Penningsveer bleek een goede keuze van de Gebroeders Molenaar te zijn, de zaken gingen steeds beter en het personeel werd uitgebreid.

In de zomer werkte men in de rietbedekking, in de winter dreven zij een handel in brandstoffen (o.a. kolen, turf, harde turf en aanmaakturf). Steenkool werd uit Limburg via Haarlem aangeleverd. De harde turf kwam hoofdzakelijk uit de Osdorperpolder en de broers voeren de turf zelf naar Penningsveer. De aanmaakturf kwam uit Drente en werd met tjalken naar de losplaats in Haarlem (de Turfmarkt) gevaren. Met paard en wagen haalden de gebroeders hier de aanmaakturf vandaan.

Kolenhandel

Brand

De kolenhandel bloeide tijdens de 1e Wereldoorlog sterk op. De kolen waren op de bon en de gebroeders Molenaar waren de leveranciers voor de omgeving. Zij hadden toen een kolenopslag op het bedrijf zelf en aan de Ydijk in Spaarndam. Op 14 mei 1912 werd de familie door een ramp getroffen, de stolpboerderij incl. de bedrijfsruimten en voorraden, brandden tot de grond toe af. Er was geen verzekering afgesloten en de familie moest weer helemaal opnieuw beginnen. Maar voor Klaas Molenaar was het teveel geweest, door tbc toch al zwak van gestel, stierf hij op 25 november 1912. De weduwe, Anna Maria Molenaar-Thorborg werd firmante, samen met haar zoons Klaas jr. en Jan. In 1924 werd het bedrijf gesplitst in brandstoffenhandel en rietdekkerij. Jan Molenaar en Catharina Glas uit Assendelft kregen 2 kinderen, zoon Gerard en dochtere Marije. Later werd er nog een weeskind aangenomen, Pietje van Geldorp.

In 1916 trouwde zoon Gerard met Cornelia Roskam. Zij kregen 15 kinderen. Moeder Cornelia-Roskam overleed in april 1940, een volgende zware slag voor de familie Molenaar en dat net voor het uitbreken van de oorlog! Vader Gerard bleef met ‘n groot gezin achter, in een zeer moeilijke tijd…

Om alle ellende compleet te maken brandde in juni van datzelfde jaar, voor de tweede keer, het hele bedrijf af. Weer helemaal opnieuw beginnen.

Maar er moest toch wat verdiend worden en na de oorlog ging vader Gerard handelen in spoorbiels, samen met de Fa. Hoenderdos. Dat was geen gekke stap en achteraf gezien mogelijk ook de redding van het bedrijf. Want door de op-komst van het aardgas daalde het kolengebruik. (En sinds 1975 is de kolenlevering helemaal stopgezet).  

En zo ging de firma gedurende enkele decennia  tot de grotere handelaren in voornamelijk Hollandse bielsen behoren. Afkomstig van de Nederlandse Spoorwegen dus, hoewel er ook met Duitsland, Belgie, Engeland of Zweden wel zaken werden gedaan. Menig toepassing werd er voor deze grenen, eiken en beuken dwarsliggers gevonden. Zelfs het slechte hout kon nog goed worden verkocht als opvulhout in de mijnen. Doordat er veel klandizie in het zuiden en in Belgie was, werd er door Ome Ton, Ger en Kees Molenaar, evenals Barend Wempe menigmaal in Bergeijk overnacht. Na een dag ‘buffelen’, waren er in de Eikelenberg een schoon bed, ’n warme maaltijd, een biljart en soms nog een borreltje te krijgen ook. Wel moesten ze van ome Jan op tijd naar bed natuurlijk! Jan, samen met broer Co en broer Cees, ’de oude vennoten’. Goudeerlijke, goedmoedige en hard-werkende lieden, die het feitelijke fundament hebben gelegd, waarop het huidige bedrijf is gebouwd. 

Drie markante mannen, onmiskenbaar échte Molenaren, met ieder hun eigen kwaliteit. De zachtaardige, nauwgezet werkende heer Jan, met pijp getooid het kantoor bestierend. De met twee rechter handen geboren Co, die in de tijd waarin een ander zijn bouwplan maakt, zelf  al weer klaar was en het al had geschilderd ook. En de rustige, oersterke vader Cees, door wiens handen de balken rolden als waren het luciferhoutjes, liefst met shaggie in zijn mondhoek!

Enfin, zo was het ooit dus mode je tuintje met bielsen te sieren. Inmiddels is men anders gaan denken over met creosoot verduurzaamd hout en gebruiken hedendaagse spoorbouwers voornamelijk betonnen bielsen. Zodoende kunnen we de tijd waarin er voornamelijk in bielsen werd gehandeld, nu beginnen te romantiseren. Want je begrijpt het al, de handel in bielsen liep danig terug. Hoewel er in de loop der jaren een aantal andere handeltjes ontstonden, zoals de teerproducten en de verven, de golfplaten, het tuinhout en de ronde palen; was het uiteindelijk de verhuur van stalen platen, die het bedrijf toch nogmaals van gezicht deed veranderen.

 

Toen in 1985 de vierde generatie de zaak overnam van de drie oude vennoten, was het nog voornamelijk bielsen-handel wat de klok sloeg. Maar af en toe waren de heren met  koevoet en kettingen bezig, stapeltjes stalen platen op auto’s te laden. Toen eenmaal het gebruik van ‘hout-knijpers’ meer gemeengoed werd, bleek men listig genoeg daar ‘nokjes’ op te lassen Zodat desgewenst de platen ook op de plaats van bestemming konden worden uitgelegd. Zo zouden er nog vele verbeteringen volgen, waarna in 1995 de eerste truck werd afgeleverd, met de mogelijkheid de auto vanaf de kraan te besturen. Samenwerken met kraanbedrijven zoals de firma Saan, (ooit begonnen tijdens de werkzaamheden na de Bijlmerramp), kwam na deze aanschaf steeds frequenter voor. Steeds meer van dit soort bedrijven begonnen ‘die jongens van Molenaar’ te leren kennen en van hun diensten gebruik te maken.  

Tevens ontdekten ze onze flexibiliteit, ‘nee verkopen wij namelijk niet’, ook niet bij nacht of ontij. Wanneer er nogmaals een piloot besluit zijn toestel met kerst naast de landingsbaan te parkeren, zijn wij er net zo makkelijk weer beide kerstdagen bij!

Chauffeur van het eerste uur Ger Zaal heeft deze omslag helemaal meegemaakt. Net zoals hij getuige was, van het afzwaaien van ome Ton en Barend Wempe, na een lange carrière in de bielsen. Vanaf  1996 is ook Dennis in het bedrijf gaan werken. Toen rond 2000 Kees zijn herintrede deed, is broer Ger minder gaan rijden en neef Hans meer op en rond het terrein gaan assisteren. Deze werkzaamheden vielen inmiddels niet meer met de boekhouding en de telefoon te combineren. Ook Saskia neemt een deel van de administratie voor haar rekening en sinds een paar jaar rijdt Daan Verzijlenberg uit Haarlemmerliede ook zijn rondjes mee. Net te laat voor het jubileum maar ruim op tijd voor het feest van vandaag is Niels Tabak uit Spaarndam, onze jongste aanwinst.

 

Zo rijden er nu elke dag 4 of 5 wagens in de rondte, waar-naast transporteur John Molenaar ook nog met enige regelmaat word gevraagd het team te versterken. Als manusje van alles is daar nog Theo Oudendijk, op wie we altijd een beroep mogen doen.

Naast de stalen platen, neemt ook de verhuur van azobe schotten en kunststof rijplaten de laatste jaren steeds meer toe. Zo kunnen we heden ten dagen van een gezond bedrijf spreken, dat een duidelijke omslag van de handel naar de dienstverlening heeft gemaakt. Uit de wijde om-geving, behoren bedrijven werkzaam in het verticale transport, tot onze klantenkring.

Evenzo maken festivals en evenementen, hoveniers, bergings, -grondverzet en –bouwbedrijven, gebruik van onze diensten. Meestal in de regio, steeds vaker weer door het hele land en een enkele keer zelfs over de grens. Sinds de herdenking van 60 jaar D-day, is de oranje brigade zelfs in Normandie gesignaleerd.